inventarisatie Ma

Inventarisatie van "Marokko Studies"

Inleiding: Inventarisatie van ‘Marokko Studies’ in Nederland 

De volgende vragen werden in het kader van de inventarisatie van Minor Marokko studies gesteld aan docenten en onderzoekers van verschillende universiteiten en HBO’s in Nederland. 

Er is in de vragen vooral aandacht besteed aan het onderwijs (deel 1), en minder aan onderzoek (deel 2).

Per vraag zal een samenvatting volgen van de diverse antwoorden van de respondenten, waarna op het eind een algemene conclusie volgt.

 .

Online inventarisatie

1 Onderwijs

Inventarisatie Marokkostudies

Samenvattingen per vraag

1. Onderwijs


Per vraag is een samenvatting gemaakt van de diverse antwoorden van de respondenten. 

  • 1) Zijn er binnen uw instelling onderwijsactiviteiten gericht op Marokko? Ja/Nee. Zo ja, hoe? Bijv. welke activiteiten, intensiviteit van de contacten, wijze waarop het contact plaatsvindt. Als er meerdere vakken/onderdelen zijn s.v.p. per onderdeel vermelden.

    • Vrije Universiteit Amsterdam (VU): Minor Marokkostudies. Deze houdt o.a. in een hoorcollegereeks (+ werkgroepen) ‘Oriëntatie op Marokko’, postkoloniale literatuur toegespitst op Marokko, cursus Marokkaans Arabisch A en B. Verder komt Marokko veel ter sprake bij ‘Livelihood, Alliances and Governance’ voor studenten sociale en culturele antropologie. 
    • Hogeschool Zuyd, opleiding Oriëntaalse Talen en Culturen: Nee, Marokko was vroeger een specialisatie, maar nu is de aandacht gericht op Egypte.
    • Universiteit van Tilburg (UvT): Vroeger voor studenten interculturele communicatie: kennis van de Arabische wereld, sociolinguïstiek van het Arabisch en Berbers, cursus Marokkaans Arabisch, inleiding tot de Berberse taal en cultuur. Nu is er aandacht voor (aspecten van) Marokko bij de nieuwe studie Algemene Cultuur Wetenschappen aan de faculteit Communicatie en Cultuur. Een belangrijke pijler hierbij (en het onderzoek) is multiculturaliteit, waarin de positie van taal, cultuur en religie (islam) van in Nederland levende etnische groepen nauwkeurig wordt uiteengezet. Er worden verschillende cursussen aan besteed, zoals “Culturen in Nederland” en “Media en het multiculturele debat”.
    • Universiteit van Amsterdam (UvA): Nee, de nadruk bij de studie Arabische taal en cultuur ligt op Egypte. Wel is er bij de minor migrantentalen aandacht voor Marokkaans Arabisch en Berbers.
    • Universiteit Utrecht (UU): Ja, de afgelopen jaren zijn er telkens twee cursussen “Talen en Culturen van Noord-Afrika” gegeven waarin het Riffijns gedoceerd werd en er ingegaan werd op de geschiedenis van Marokko. In 2006 kwam er een post-academische cursus (evenwel ook toegankelijk voor studenten) waarbij een nieuwe cursus Riffijns inbegrepen is. 
    • Fontys Hogescholen: Ja, bij de lerarenopleiding is een college Marokko als herkomstgebied en ontwikkelingsland inbegrepen. Ook wordt aandacht geschonken aan Marokko bij de vakken intercultureel onderwijs en de multiculturele samenleving. Verder is er een veldpracticum van 15-30 dagen voor derdejaars studenten van de lerarenopleiding aardrijkskunde, en zijn er nascholingscursussen incl. veldpracticum voor docenten voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs. Er komt tevens een minor duurzame mondiale ontwikkeling en interculturaliteit, waarbij royale aandacht is voor (de culturele aspecten van) Marokko en waarbij een stage van ca. 2 maanden is gepland in Marokko. Verder is er eind april van dit jaar een samenwerkingsovereenkomst gesloten met de Al Akhawayn University in Ifran, Marokko. In het kader van de overeenkomst is momenteel een student van IBMS daar, en een Marokkaanse businessstudent komt hier. 
    • Rijksuniversiteit Groningen (RUG): Ja, colleges met casestudies gericht op Marokko, bijv. antropologie van moslimculturen. 
    • Universiteit Leiden: Ja, elk jaar een college over het Tashelhiyt Berber (Zuid-Marokko), 2 uur per week werkcollege. Om het jaar een college Riffijns Berber (Noord-Marokko), 2 uur college per week. Elk jaar een MA college: Current Research in Languages and Cultures of the Maghreb. Op aanvraag: Marokkaans Arabisch.
    • Hogeschool De Horst: Een maal per jaar, binnen het Keuze/Vrije Ruimte programma, wordt een studiereis naar Marokko aangeboden met o.a. bezoeken aan praktijkinstellingen op het terrein van social work. De reis wordt voorbereid en begeleid door 2 docenten en een student van Marokkaanse afkomst (als afstudeerproject). Ook in stages, vrijwilligerswerk en andere onderwijsprojecten die door studenten in Nederland worden uitgevoerd, worden links gelegd met Marokko.
    • Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU): Op dit moment zijn er geen onderwijsactiviteiten specifiek gericht op Marokko, maar de HKU richt zich actief op allochtone jongeren (en dus ook op Marokkaanse jongeren) met als doel hen te interesseren voor cultuur/theater in het algemeen en evt. t.z.t. een opleiding aan de HKU.
    • Rotterdams conservatorium & Rotterdamse dansacademie (Codarts): Er zijn plannen om een minor Maghreb-muziek te ontwikkelen, in eerste instantie samen met Barcelona.
    • INHOLLAND: Onze School of Economics is net begonnen met het opbouwen van een netwerk van partnerships. Na een werkbezoek aan Marokko in juni 2005 zijn er 5 instituten uitgekozen waarmee we graag samen willen werken. Het gaat hierbij om student- en docentuitwisseling.
    • Hogeschool Utrecht: Nee, wel komt Marokko terug binnen de cursussen geografie en geschiedenis bij de PABO en 2e-graads opleidingen.
    • Christelijke Hogeschool Nederland (CHN): Ja, deze activiteiten zijn erop gericht om studenten uit Marokko te werven. Er zijn geen specifieke inhoudelijke onderdelen gericht op Marokko.

  • 2) Hoeveel studenten gemiddeld volgen jaarlijks dit onderwijs? Als er meerdere vakken/onderdelen zijn s.v.p. per onderdeel vermelden.

    • VU: De hoorcollegereeks ‘Oriëntatie op Marokko’ heeft nu ongeveer 25 deelnemers.In 2003/4 namen zo’n 75 studenten deel aan ‘Oriëntatie op Marokko’ en 28 studenten volgden Marokkaans Arabisch A.
    • RU: Inleiding Mediterrane en Midden-Oosten studies: tussen de 40 en 50 studenten. Capita selecta etnografie van het Mediterrane gebied: tussen de 25 en 30 studenten. Mastercursus MES over de Middellandse Zee: vorig jaar 12 studenten. Afdeling Arabisch: 5 – 7 studenten jaarlijks voor Marokkaans 1 en 2.
    • UvA: Inleiding tot de Berberse taal en cultuur: max. 10 studenten. 
    • Fontys Hogescholen: 30 tot 40 studenten (lerarenopleiding).
    • RUG: 75-100 studenten.
    • Universiteit Leiden: 5 tot 10 studenten.
    • UU: De afgelopen jaren namen telkens ongeveer 10 à15 studenten aan dit onderwijs (“Talen en Culturen van Noord-Afrika”) deel.
    • Hogeschool De Horst: Studiereis: 15-18.
    • CHN: Er komen 2-3 studenten per jaar (meestal BA hospitality).
    • Hogeschool In holland :Geen antwoord op deze vraag!!???

  • 3) Hoeveel bedraagt de studielast voor dit onderwijsonderdeel/deze onderdelen. Als er meerdere vakken/onderdelen zijn s.v.p. per onderdeel vermelden.

    • VU: ‘Oriëntatie op Marokko’: 5 ECTS, postkoloniale literatuur: 5 ECTS, cursus Marokkaans Arabisch A en B: 10 ECTS.
    • Fontys Hogescholen: Minor duurzame mondiale ontwikkeling en interculturaliteit: ca. 30 ECTS waarvan 10 ECTS stage in Marokko. College Marokko incl. veldpracticum 4 ECTS; intercultureel onderwijs 4 ECTS.
    • RUG: Antropologie van moslimculturen: 5 ECTS.
    • Universiteit Leiden: Tashelhiyt Berber en Riffijns Berber: 8, uitbreidbaar tot 20 ECTS.  Current Research in Languages and Cultures of the Maghreb: 10 ECTS. Marokkaans- Arabisch: 8 ECTS.
    • RU afdeling Arabisch: Marokkaans Arabisch 1 en 2: 5 ECTS.
    • UU: De studielast van de cursussen was 7,5 ECTS voor een cursus van een blok (10 weken inclusief tentamen).
    • Hogeschool De Horst: 4 ECTS.
    • Codarts: Minor heeft minimale omvang van 15 ECTS, kan bij voldoende belangstelling worden uitgebreid.
    • CHN: Normale studielast van een voltijd bachelorprogramma.
  • 4) Vindt er contact plaats met Marokko in dit onderwijs, en zo ja hoe? Ja/Nee.

    • VU: Ja, in 2016 vond er een interfacultaire excursie naar Marokko plaats, om studenten zowel met het land als met universiteiten daar in contact te brengen. Bij deze excursie hoorde een werkcollege ter voorbereiding.
    • Fontys Hogescholen: Ja, bij het veldpracticum en de stages lerarenopleiding (zie vraag 6).En een viertal techniekstudenten hier werkt samen met business- en techniekstudenten daar (aan de ontwikkeling van een oplader voor mobiele telefoons die op zonne-energie werkt). Dit contact verloopt vooral per e-mail. 
    • Hogeschool De Horst: Vooraf telefonisch en indien mogelijk met te bezoeken instellingen in het werkveld. De opleidingsteams van MWD en SPH hebben in het kader van de deskundigheidsbevordering op het terrein van Multiculturele competentie, studiereizen naar Marokko gemaakt (medegefinancierd uit een fonds bij het Europees Platform en een Marokko potje van Ministerie OC&W). In het verdere verleden (tot ongeveer 1992) waren er contacten/stafuitwisseling met de Sociaal Werk opleiding in Tanger; deze zijn na de beëindiging van het STIR subsidieprogramma en mede ten gevolge van de herziening van het curriculum (opheffing Interculturele Leerroute) gestopt.
    • HES Amsterdam: In het verleden was er contact met een Marokkaanse instelling; dit is afgebouwd vanwege onvoldoende kwaliteit.
    • HKU: Een groep studenten en docenten van de verschillende lerarenopleidingen in de kunsten (beeldend, muziek, theater en kunstmanagement) zijn in de zomer 2017 naar Marokko gereisd. Er zijn plannen voor een gezamenlijk project (gedacht wordt aan MEDA), maar het is moeilijk te realiseren vanwege de opleidingsstructuur in Marokko die zo anders is dan hier en dan vereist voor EU-projecten. Als gevolg hiervan en van de moeilijkheden bij het vinden van een goede partner staan de plannen voorlopig even in de ijskast.
    • Codarts: Minor-plan bevindt zich nog in de planningsfase. Er zijn wel contacten gelegd tijdens de Maghreb-conferentie in Barcelona.
    • INHOLLAND: Het idee is om vanaf januari 2023 te beginnen met student- en docentuitwisseling op kleine schaal.

  • 5) Betreft het hier jaarlijks terugkerend onderwijs, m.a.w. is het een structureel onderdeel in het curriculum? Als er meerdere vakken/onderdelen zijn s.v.p. per onderdeel vermelden. Ja/Nee. Evt. toelichting.

    • VU: Het programma van de minor wisselt om het jaar. Zo vindt er in 2016/17 geen ‘Oriëntatie op Marokko’ plaats, wel postkoloniale literatuur en geschiedenis van Marokko, verder geen Marokkaans Arabisch maar wel taalverwerving Frans (volgens plannen uit 2016). Ook zou de excursie om het jaar plaats moeten vinden. Wanneer studenten in het kader van blokken papers willen schrijven, kan dat altijd. Soms gebeurt dit ook.
    • Fontys Hogescholen: Ja, het veldpracticum + bijbehorende college is een verplicht onderdeel voor de aardrijkskundestudenten en facultatief voor de overigen.
    • RUG: Ja.
    • Universiteit Leiden: Alleen Riffijns Berber eens in de twee jaar.
    • RU afdeling Arabisch:  Marokkaans Arabisch 1 en 2: jaarlijks.
    • UU: Nee, wel gewenst maar (nog) niet mogelijk.
    • Hogeschool De Horst: Ja, van Keuze/Vrije Ruimte programma. Studiereis gaat alleen door bij voldoende deelnemers.
    • Codarts: Indien minor-plan uitgewerkt, ja.
    • INHOLLAND: Nog niet, maar het zou ideaal zijn als er digitale én fysieke mobiliteit zou plaatsvinden, zodat het contact met Marokko een integrale plaats krijgt in het curriculum.
    • CHN: Ja, wat betreft de werving van studenten.

  • 6) Worden er stages uitgevoerd die iets met Marokko te maken hebben? Ja/Nee. Evt. toelichting.

    • VU: Stages en leeronderzoeken komen af en toe voor, één à twee keer per jaar. Vorig jaar hebben twee studenten een leeronderzoek gedaan in Marokko; één naar Berber-bewustzijn en één naar de mogelijkheden van Nederlandse les in Noord-Marokko.
    • Fontys Hogescholen: Ja, stages waarin vooral ontwikkelingsprojecten worden voorbereid, geïmplementeerd en geëvalueerd. De grote stage in het kader van de minor wordt Fontys-breed aangeboden.
    • RUG: Nee, wel met Marokkanen in Nederland. 
    • Universiteit Leiden: Ja, veldwerkopdrachten.
    • RU afdeling Arabisch: Ja, studenten die buitenminor in Marokko doorbrengen.
    • UU: Op dit moment niet.
    • Hogeschool De Horst: In eerdere jaren hebben studenten incidenteel stages gedaan in Marokko. De laatste 10 jaar niet meer in Marokko zelf. Wel altijd in Nederland, in instellingen die te maken hebben met doelgroep van Marokkaanse afkomst. Aantal: destijds: 1 à 2 per jaar in Marokko; stages met Marokkaanse dimensies in Nederland niet specifiek geregistreerd. Toelichting: taalprobleem bij stages in Marokko voor NL studenten en bij stages in NL voor Marokkaanse studenten; ook bij uitwisselingen met Marokkaanse studenten en docenten. Reciprociteit s hierdoor moeilijk te realiseren. Ook ontbreken subsidiemogelijkheden. Inhoudelijk probleem: social work in Marokko is weinig ontwikkeld/geprofessionaliseerd naar de NL standaarden. Hierdoor is het niet eenvoudig om stages te organiseren in Marokko die voldoen aan de criteria. 
    • Hogeschool Leiden: Sporadisch stages.
    • Hanzehoogeschool Groningen: Voor zover bekend geen stages.
    • HES Amsterdam: Ja, heel soms zijn er stages in Marokko. 
    • HKU: Studenten zijn vrij om in Marokko een buitenlandse stage te doen. Op grond van de bij BIZ (Bureau Internationale Zaken) bekende gegevens komt het een enkele keer voor dat een student zijn stageperiode in Marokko doorbrengt. 
    • Codarts: Indien minor-plan uitgevoerd, ja.
    • INHOLLAND: Ja, we hebben nu contacten met vijf (Nederlandse) bedrijven.
    • Hogeschool Utrecht: Nee, er zijn wel plannen in die richting. Hierbij wordt uitgegaan van zo’n 5 studenten van de PABO die stage lopen op scholen rond Al Hoceima. 
    • CHN: Heel soms. Er is nu een studente Tourism Management in Casablanca.

  • 7) Worden er werkstukken of scripties gemaakt die iets met Marokko te maken hebben? Ja/Nee. Evt. toelichting.

    • VU: In het studiejaar 20013/14 werden er 3 bachelorscripties gemaakt in de minor Marokkostudies en een tiental werkstukken. De studenten die een leeronderzoek in Marokko verrichten, schrijven daar ook hun scriptie over.
    • Fontys Hogescholen: Ja, stageverslagen en referaten als bijdrage aan het veldpracticum Marokko.
    • RUG: Nee, wel met Marokkanen in Nederland. 
    • CIDIN: Ja, er zijn studenten die in Marokko onderzoek doen.
    • Universiteit Leiden: Ja.
    • RU: Er zijn bij Mediterrane studies zeker scripties die gaan over een onderwerp in Marokko. Verder bij de afdeling Arabisch, op het gebied van taalkunde of met sociaal-wetenschappelijke invalshoek (politicologie, economie, antropologie).
    • UU: Een studente is onlangs afgestudeerd op het onderwijs aan Islamitische scholen in Nederland, waar vaak wordt les gegeven door Marokkanen. 

  • 8) Heeft u wensen t.a.v. verbetering/intensivering van uw onderwijscontacten met Marokko? Ja/Nee. Zo ja, wat zijn uw wensen?

    • VU: Er is wel behoefte aan intensivering van de contacten, maar omdat de belangstelling van de studenten nogal wisselend (soms beperkt) is, is het niet mogelijk om uit te breiden. Een uitwisseling van studenten in samenwerking met een universiteit zou wenselijk zijn (een soort Socrates programma gericht op Marokko).
    • Fontys Hogescholen: Ja, gezamenlijk met Marokkaanse opleidingen en Marokkaanse studenten onze studenten leeractiviteiten laten verrichten in Marokko.
    • RUG: Ja, meer contact met collega’s in Marokko, en soms behoefte aan opvang voor studenten die stage zouden willen lopen maar het te eng vinden om alles zelf te regelen. 
    • CIDIN: Ja, bij veldwerk en onderwijscontacten is er mogelijk behoefte aan ondersteuning bij problemen van administratieve en communicatieve aard.
    • Universiteit Leiden: Ja, meer contacten m.b.t. onderwijs Berber.
    • RU afdeling Arabisch: Onderwijsvoorziening voor die studenten die in het BA2-jaar de buitenlandminor in Marokko willen doorbrengen.
    • Hogeschool De Horst: Uitbreiding mogelijkheden voor studenten (studiebezoeken, uitwisselingsprogramma’s, stages) en stafmobiliteit i.s.m. Marokkaanse partneropleiding en projecten met het werkveld in Marokko en NL. Gekoppeld aan uitbreiding subsidiemogelijkheden (bijv. NUFFIC, BuZa-MATRA).
    • INHOLLAND: Het zou fijn zijn om te weten wat voor soort contacten gangbaar zijn tussen Marokkaanse en Nederlandse instituten, en verder wat voor soort beurzen er beschikbaar zijn om de mobiliteit van studenten en docenten te ondersteunen.
    • Hogeschool Utrecht: Structurele contacten zijn wenselijk wat betreft stages, onderzoek, en de mogelijkheden om een uitwisseling op te zetten.
    • CHN: Ja, wat betreft de studentenwerving en het verkrijgen van onderwijspartners voor dubbele diplomering of ‘articulation agreements’ ter bevordering van de instroom uit Marokko.

2. Onderzoek

De bovenstaande antwoorden hebben voornamelijk betrekking op onderwijs, maar soms zijn onderwijs en onderzoek moeilijk van elkaar te scheiden. Hier is nog informatie over onderzoeksactiviteiten van een aantal docenten en onderzoekers gericht op Marokko.

  • Bernard Venema (VU)

    Hij deed en doet onderzoek in Marokko, in de Midden Atlas, en wel vanaf 1990-1997 en weer vanaf 2001-2005. Over dit onderzoek is gepubliceerd in internationale tijdschriften. Wellicht in de toekomst onderzoek in de Rif. 

  • Edien Bartels (VU)

    Hij heeft vorig jaar het onderzoek verricht naar achtergelaten vrouwen voor de Adviescommissie Vreemdelingenzaken. Tevens onderzoek (samen met Martijn de Koning) naar de keuze voor huwelijkspartners onder migranten (Marokkanen). Met beide onderzoeken zou ze graag doorgaan (ook in Marokko) omdat nog veel onbeantwoord is.

  • Abderrahman El Aissati (UvT)

    Hij deed onderzoek naar het Berbers en het Marokkaans Arabisch op het gebied van tweetaligheid, onderwijs, taalverschuiving, etc. in Nederland en in Marokko.

  • Yahya E-Rramdani (UvT)

    Hij deed onderzoek naar taalverwerving van het Berbers in Nederland en Marokko.


    N.B: De UvT heeft meerdere overeenkomsten met Marokko, o.a. met het IRCAM (Institut Royal de la Culture Amazighe) in Rabat voor samenwerking op het gebied van het Berbers.

  • RUG
    • A. Monitoring (sinds 1983) van een Marokkaanse familie en haar netwerk in Sidi Slimane.
    • B. Levensverhalenonderzoek Marokkaanse migrantendochters (en zonen vanaf 2006).

  • Universiteit Leiden

    H.J. Stroomer is redacteur reeks “Berber Studies”, zie Köppe Verlag/ Keulen.

  • UU

    Mohamed El Ayoubi heeft een proefschrift geschreven over de Berberdialecten van de Rif.

Share by: